Forfaitair voordeel alle aard elektriciteit en verwarming afgeschaft per 1/1/2022 als niet samen gaat met een voordeel alle aard woonst

Sinds vele jaren bestond er, zowel voor werknemers als voor bedrijfsleiders, een forfaitair voordeel alle aard voor elektriciteit en een voor verwarming indien er in het kader van een bezoldigingsbeleid gratis verwarming en elektriciteit werd ter beschikking gesteld door de werkgever of vennootschap.

Het koninklijk besluit dat dit voordeel alle aard wettelijk regelde werd evenwel recent aangepast.  Voortaan zijn de forfaitaire voordelen enkel nog mogelijk als deze samengaan met een voordeel alle aard woonst (zie ook onze tool).  Voor bedrijfsleiders en leidinggevende bedraagt – in geval van samenloop met voordeel alle aard woonst – het forfaitair voordeel alle aard voor verwarming 2.130 EUR per jaar en dat voor elektriciteit 1.060 EUR (voor anderen is dat 960 EUR voor verwarming en 480 voor elektriciteit).

In de andere gevallen waar er een voordeel alle aard elektriciteit of verwarming zou zijn, dient het voordeel gewaardeerd te worden op de werkelijke waarde voor de genieter (= je wordt belast op de werkelijke waarde ipv op een forfaitair bepaalde).

Het is dan ook zeer belangrijk om precies te analyseren hoe hoog het aandeel van het privé gebruik is om een inschatting van het voordeel alle aard te kunnen maken.

Kritische noot. Deze wetswijziging (KB 19 december 2021, BS 27 december 2021) werd zeer zwak gemotiveerd: nakende hervorming personenbelasting, tegengaan bepaalde cafetariaplannen werknemers en enkel nog forfaitair VAA toepassen waar dit al gebruikelijk was (denk persoonlijk dat dit niet het geval is).  Daarenboven heeft de wetswijziging nog een bijkomend onderscheid (naast dit tussen bedrijfsleiders en anderen) doen ontstaan in de waardering van het voordeel alle aard (= gelijkheidsbeginsel geschonden ?) tussen zij die ook een VAA gratis woonst genieten en zij die dat niet genieten.

Sinds 1 januari 2022 zijn daarnaast ook de regels voor terugbetaling van onkostenvergoedingen zeer gevoelig gewijzigd.  Ook deze werkwijze waarbij een deel van de energiekosten aldus ten laste van de vennootschap wordt gelegd, dient opnieuw onder de loep genomen te worden.

Scroll to Top