Personenbelasting | Vrijgestelde dividenden

De grens tot waar intresten op spaarboekjes belastingvrij zijn werd verlaagd.  Als compensatie werd er een vrijstelling van personenbelasting op een bepaald gedeelte inkomen uit dividend ingevoerd.

Situatie vóór het zomerakkoord 2017

Inkomsten van spaarboekjes waren vrijgesteld van belasting ten belope van 1.880,00 EUR. Op deze inkomsten was geen roerende voorheffing verschuldigd. Op het intrestgedeelte boven de grens van 1.880,00 EUR was 15% roerende voorheffing verschuldigd.

Situatie na het zomerakkoord 2017

De fiscale vrijstelling voor de intresten van spaarboekjes wordt gehalveerd. Vanaf inkomstenjaar 2018 bedraagt de vrijstelling nog slechts 960,00 EUR.

Ter compensatie en om de spaarder aan te zetten om hun spaarcenten te beleggen, is evenwel de eerste schijf van 640,00 EUR aan dividenden uitgekeerd in 2018 vrijgesteld van personenbelasting. Deze vrijstelling geld per belastingplichtige. Voor inkomstenjaar 2019 wordt deze schijf opgetrokken tot 800,00 EUR.

Let op!  Deze dividenden zijn niet vrijgesteld van roerende voorheffing. De roerende voorheffing blijft verschuldigd over het ganse bedrag aan dividenden dan men uitgekeerd krijgt.  De vrijstelling van de eerste schijf aan dividenden dient men zelf te vragen via de aangifte in de personenbelasting (zie verder).  Er is dus wel een actieve handeling van de belastingplichtige nodig.

Welke dividenden komen in aanmerking voor de vrijstelling ?

De vrijstelling is van toepassing op alle dividenden van gewone aandelen en van coöperatieve aandelen, ongeacht of deze dividenden van Belgische of buitenlandse oorsprong zijn.  Dividenden die een bedrijfsleider aan zichzelf uitkeert uit zijn eigen vennootschap via een beslissing op de algemene vergadering komen ook in aanmerking voor de vrijstelling!

Volgende dividenden komen niet in aanmerking voor de vrijstelling:

  • dividenden uit beleggingsfondsen;
  • dividenden uitgekeerd door of via tussenkomst van juridische constructies;
  • intresten die op basis van art. 18 lid 1 4° WIB 92 worden geherkwalificeerd als dividenden;
  • inkoop- en liquidatieboni.

Hoeveel bedraagt de vrijstelling nu precies ?

Men kan in zijn belastingaangifte zelf kiezen voor welke dividenden men de vrijstelling wil vragen. Afhankelijk van deze keuze, is het effectieve fiscale voordeel als volgt:

  • De roerende voorheffing op dividenden bedraagt in principe 30%. Je kan dus maximaal 192,00 EUR, zijnde 640,00 EUR x 30%, terugvorderen via de belastingaangifte over 2018.
  • Dividenden uit de eigen vennootschap onderworpen aan de verlaagde roerende voorheffing van 20% of 15% onder het VVPRbis-regime, leveren een maximaal fiscaal voordeel op van respectievelijk 128,00 EUR, zijnde 640,00 EUR x 20%, of 96,00 EUR, zijnde 640,00 EUR x 15%.
  • Bij het uitkeren van een liquidatiereserve, bedraagt het fiscale voordeel slechts 32,00 EUR, zijnde 640,00 x 5%.

Om het fiscale voordeel te optimaliseren, opteert men dus  best om de vrijstelling toe te passen voor de dividenden waarop de hoogste roerende voorheffing werd ingehouden.  Onderstaande tabel geeft een functie van het netto voordeel in functie van het toegepast tarief van ingehouden roerende voorheffing.

Tarief ingehouden roerende voorheffing Voordeel in Aj 2019 - Ink 2018 (vrijstelling tot 640 EUR bruto dividend) Voordeel in Aj 2020 - Ink 2019 (vrijstelling tot 800 EUR bruto dividend)
30% 192,00 EUR 240,00 EUR
20% 128,00 EUR 160,00 EUR
17% 108,80 EUR 136,00 EUR
15% 96,00 EUR 120,00 EUR
10% 64,00 EUR 80,00 EUR
5% 32,00 EUR 40,00 EUR

Hoe de vrijstelling in de belastingaangifte vragen ?

De vrijstelling van dividenden gebeurt niet automatisch. In de belastingaangifte zijn er onder ‘Vak IV – Inkomsten van kapitalen en roerende goederen’, de nieuwe codes 1437-85 (voor de aangever) en 2437-85 (voor de partner) voorzien.

Naast deze codes vult men de roerende voorheffing in die werd ingehouden op de dividenden die men wenst vrij te stellen. Deze bedragen zullen met de verschuldigde personenbelasting worden verrekend en, in geval van een belastingtegoed, terugbetaald worden.

Wat met de dividenden van buitenlandse oorsprong ?

Roerende inkomsten van buitenlandse oorsprong waarop geen bevrijdende roerende voorheffing werd ingehouden, moet men verplicht aangeven in de belastingaangifte. Maar ook voor deze inkomsten kan men de vrijstelling vragen ten belope van 640,00 EUR. Dit doet men door de eerste schijf van 640,00 EUR niet mee op te nemen in de belastingaangifte onder de rubriek van verplicht aan te geven inkomsten onder Vak IV, A., 2., b).

Welke bewijsstukken bijhouden ?

Een Koninklijk Besluit zal verduidelijking geven over welke documenten precies als bewijsstuk zullen gelden. Tot op vandaag werd dit Koninklijk Besluit echter nog niet gepubliceerd.

Uit het bewijsstuk moet in ieder geval de betaling van het dividend en de ingehouden roerende voorheffing blijken. Het meest aangewezen bewijsstuk is hiervoor is dan ook het rekeninguittreksel en de bijbehorende bijlage, eventueel tezamen met de aangifte in de roerende voorheffing.

Conclusie

Indien u dividend inkomen geniet en u wenst dit (deels) vrij te stellen, gelieve ons te informeren en de nodige bewijsstukken aan te leveren aub.  Het hoogste fiscaal voordeel bereikt u met klassieke dividenden waarop 30% RV ingehouden werd (maximum 192,00 EUR voordeel per belastingplichtige). 

Indien u geen dividenden uit privé beleggingen ontvangt waarvoor de vrijstelling tbv 640,00 EUR kan gevraagd worden, kan u alsnog de vrijstelling benutten door als aandeelhouder-bedrijfsleider op de algemene vergadering uzelf een dividend toe te kennen uit uw eigen vennootschap.  In verband met de optimale fiscale grootte van het dividend dient in bepaalde gevallen oa ook naar het huwelijksstelsel te worden gekeken. 

Een kanttekening aangaande het netto fiscaal voordeel bij de toekenning van een klassiek dividend uit de eigen vennootschap is wel dat in vergelijking met bijvoorbeeld de aanleg van een liquidatiereserve het totale belastingvoordeel slechts 87,30 EUR is.

 

Scroll to Top