Verkoop personenwagen: reken niet te veel BTW aan

Wanneer u als BTW plichtige een personenwagen verkoopt waarop u ooit BTW hebt afgetrokken, dient er slechts BTW te worden aangerekend op maximaal de helft van de verkoopprijs exclusief BTW.

Deze BTW regel is evenwel een optiemogelijkheid, een vrije keuze dus en geen verplichting.  Er kan tussen partijen overeen gekomen worden dat de hele verkoopprijs aan 21% BTW onderworpen wordt.  Dit is vaak het geval bij verkoop aan een handelaar.  Als verkopende BTW plichtige is het belangrijk om te denken / rekenen in termen van een verkoopprijs exclusief BTW.  De BTW die er bij komt (op de helft of op het geheel) dient u toch integraal af te dragen / door te storten.  Daar kan u dus geen ‘winst’ maken.

Merk op: wagens waarop nooit enig recht op aftrek is geweest, bv. margewagens of wagens aangekocht van particulier kunnen niet van die regeling genieten.  Als u die verkoopt als BTW plichtige is er dus toch steeds 21% BTW aan te rekenen op de volledige verkoopprijs.

Meer concreet dient er BTW op volgend deel te worden aangerekend:
Als BTW in verleden 50% werd afgetrokken –> slechts BTW op 50% verkoopprijs excl. BTW;
Bij eenmanszaak en BTW voor een lager deel dan 50% afgetrokken (bv 30%) –> slechts BTW op dat lager deel van de verkoopprijs excl. BTW (in dit voorbeeld 30%);
Bij vennootschap en BTW voor een lager deel dan 50% afgetrokken –> BTW toch op 50% verkoopprijs (eventueel wel herziening doorvoeren als 5 jarige herzieningstermijn nog niet verlopen is).

Op uw factuur dient u te vermelden “Bijzondere maatstaf, toepassing beslissing nr. E.T.119.650 van
20.10.2011″ of “Bijzondere maatstaf, toepassing circulaire nr. 36/2015 van 23.11.2015“.

Het toepasselijk tarief bedraagt 21% en is slechts op een beperkt deel van de verkoopprijs aan te rekenen (BTW aangifte vak 03 maatstaf van heffing aan 21%, ander deel op te nemen in vak 00).

Scroll to Top